De afgelopen maanden is er veel reuring geweest voor zelfstandig ondernemers. Met name in de zorg, de bouw en de kinderopvang lijken de zzp’ers het zwaar te hebben. Volgens cijfers van de Kamer van Koophandel is er een flinke daling in het aantal actieve zzp’ers, en strengere aanpak van schijnzelfstandigheid via de Wet DBA maakt veel opdrachtgevers terughouden. Dreigt er een stille exit voor zzp’ers in deze belangrijke sectoren?
Uit cijfers van de Kamer van Koophandel blijkt dat het aantal zelfstandigen in Nederland begin 2025 is afgenomen. Op 31 januari 2025 stonden er nog 1.768.772 zzp’ers ingeschreven, ruim 4.000 minder dan een maand eerder.
De afname zet zich voort in februari, maart en april. Van de ex-zzp’ers koos een deel voor flexwerk (47.000) of een vaste baan (12.000), terwijl 48.000 helemaal zonder werk zit (Bron: CBS).
De oorzaak ligt grotendeels in het beëindigen van het handhavingsmoratorium op de Wet DBA. Sinds begin dit jaar kan de Belastingdienst weer actief naheffingen en boetes opleggen bij vermoedens van schijnzelfstandigheid. Dit maakt opdrachtgevers extra voorzichtig: ze huren liever geen zelfstandigen meer in om risico's te vermijden.
Zeker in sectoren waar de gezagsverhouding lastig te vermijden is, zoals in de zorg of beveiliging, worden veel zelfstandigen als kwetsbaar gezien. De angst voor juridische problemen leidt ertoe dat zzp’ers steeds vaker worden vervangen door tijdelijke werknemers of flexcontracten.
Volgens de Vereniging Zelfstandigen Nederland (VZN) voelen veel zzp’ers zich hierdoor onder druk gezet. In een persbericht stelt VZN dat de aanpak van schijnzelfstandigheid zijn doel voorbijschiet en dat veel zelfstandigen onzeker zijn over hun toekomst. VZN meldt dat ruim 40% van de zzp’ers momenteel twijfelt of zij wel als zzp’er kunnen blijven werken.
De overheid zegt met het opheffen van het handhavingsmoratorium alleen te willen optreden tegen schijnzelfstandigheid. Eerder hebben zij zelf ingeschat dat dit een groep van ongeveer 200.000 werkenden zou betreffen. Dat is ongeveer 11% van het huidige aantal mensen dat ingeschreven staat als zzp’er. Uit deze achterbanraadpleging blijkt echter dat ruim 40% van de zzp’ers momenteel twijfelt of zij wel als zzp’er kunnen blijven werken.
— Cristel van de Ven, voorzitter VZN
Een motie van eind mei krijgt veel aandacht: de flexibele inzet van zzp-huisartsen moet behouden blijven. De Tweede Kamer erkent dat zonder zelfstandige huisartsen, vooral voor avond-, nacht- en weekenddiensten, de zorg ernstig in het gedrang komt.
Zonder de inzet van zzp’ers in zowel ANW als in de dagpraktijk lukt het niet om 7 x 24 uur zorg voor alle mensen in Nederland te waarborgen.
— Huisartsenvereniging LHV
Er is daarnaast ingestemd met een overheidscampagne om opdrachtgevers beter te informeren: werken met zzp’ers blijft mogelijk, zolang het binnen de regels gebeurt. Daarmee wil de Kamer paniekreacties bij bedrijven voorkomen.
Voor zzp’ers in de kinderopvang of bouwsector zijn er echter (nog) geen gerichte moties of uitzonderingen. Terwijl ook deze sectoren kampen met personeelstekorten én een hoge werkdruk, dreigen zelfstandigen daar simpelweg te verdwijnen.
Voor veel zzp’ers in deze sectoren voelt de huidige situatie als een keuze tussen onzekerheid of afscheid nemen van het ondernemerschap. Toch biedt de politieke aandacht ook hoop. Met het juiste afwegingskader, nuance in handhaving en duidelijke communicatie kan een zzp-exit mogelijk worden voorkomen.
Voor zzp’ers zelf is het nu vooral belangrijk om:
Goed te documenteren hoe de samenwerking met opdrachtgevers eruitziet.
Eventuele zorgen van opdrachtgevers proactief te bespreken.
Mee te denken over alternatieven, zoals contractvormen die wél binnen de wet passen.
De komende maanden zullen bepalend zijn voor de positie van zelfstandigen in sectoren als zorg, bouw en kinderopvang. Het is aan de politiek, brancheorganisaties én opdrachtgevers om samen te zorgen voor werkbare oplossingen. Alleen zo blijft het mogelijk dat vakmensen, juist ook als zzp’er, hun bijdrage blijven leveren aan sectoren die onze samenleving draaiende houden.